Zonnecellen

De termen ‘zonnepanelen’ en ‘zonnecellen’ worden soms door elkaar gebruikt. Dat is niet helemaal correct. Zonnecellen of fotovoltaïsche cellen, zijn de plaatjes in een zonnepaneel die het zonlicht omzetten in elektrische spanning. Zonnecellen zijn meestal gemaakt van silicium. Een zonnepaneel is een grotere plaat waarop meerdere zonnecellen elektrisch aan elkaar gekoppeld zijn.

Silicium

Een zonnecel is een dun plaatje (‘wafer’) dat meestal wordt gezaagd uit een groter blok van het materiaal silicium. Silicium is een halfgeleider. Op het plaatje silicium worden dunne draadjes aangebracht die de elektrische spanning afvoeren. De zonnecel zet zo het zonlicht om in een elektrische stroom.

Voor zonnecellen is een zuivere vorm van silicium nodig. Silicium is er in overvloed, het element zit onder meer in zand. Maar het zuiveren kost energie en is duur. Afgelopen jaren zat de technologische vooruitgang – en prijsdaling- voornamelijk in de zuivering: hetzelfde rendement halen uit steeds onzuiverder silicium.

Soorten zonnecellen

We onderscheiden twee soorten zonnecellen. Monokristallijne zonnecellen worden gemaakt uit blokken silicium die één kristal vormen. Polykristallijne (of multikristallijne) zonnecellen zijn gemaakt uit meervoudige kristallen. Over het verschil in opbrengst verschillen de meningen; volgens sommigen presteren polykristallijne cellen iets beter bij diffuus licht, bijvoorbeeld door bewolking of schaduw. Grote verschillen in rendement zijn echter nooit aangetoond.

Rendement zonnecellen

De opbrengst van een zonnecel ligt tegenwoordig rond de 15%. Dat betekent dat van het invallende zonlicht zo’n 15% wordt omgezet in elektrische spanning. Door de technologische vooruitgang is de prijs van zonnecellen sterk gedaald. Zonnestroom uit zonnepanelen is daarom in veel gevallen concurrerend met grijze stroom.